De belangrijkste mensen bij een hockeywedstrijd zijn de scheidsrechters (11-tallen) en spelbegeleiders (jongste jeugd). Zonder hen kunnen de wedstrijden niet gespeeld worden. Als er één niet komt opdagen kan de wedstrijd niet doorgaan.

Indelen van scheidsrechters
Het scheidsrechtersecretariaat deelt scheidsrechters in bij het periodeschema van de wedstrijden. Hoe meer mensen beschikbaar zijn des te minder hoef je te fluiten. Je kunt je voorkeur aangeven welke wedstrijden je liever wel of niet fluit. Per periode zal je in principe, met het huidige aantal scheidsrechters maximaal 2 keer opgesteld worden om te fluiten. Een paar elftallen hebben bijvoorbeeld één ouder als vaste scheidsrechter bij hun thuiswedstrijden.

Ruilen van scheidsrechterbeurt
Wanneer je niet kunt fluiten bij de wedstrijd waar je in het periodeschema ingedeeld bent, moet jezelf ruilen met een andere scheidsrechter uit het overzicht. Je geeft aan het scheidsrechtersecretariaat door dat je geruild hebt en met wie. Zo kan de juiste persoon gebeld worden als de wedstrijd afgelast zou worden of als het tijdstip van de wedstrijd wijzigt.

Ieder team levert scheidsrechters
Om te waarborgen dat de wedstrijden van de teams goed gefloten en begeleid kunnen worden, nu en in de toekomst, is het nodig dat elk team minimaal 3 volwassenen (ouders, verzorgers, opa’s, oudere broers of zussen etc.) als scheidsrechter beschikbaar heeft.

Voor de O18 en de O16 jeugd, senioren en trimhockeyers is het door de bond verplicht gesteld om een scheidsrechterskaart te halen. Hiermee wordt het eigen spelinzicht vergroot en deel je met elkaar de zorg voor het fluiten van de wedstrijden.

Spelregelcursus
Per seizoen wordt er door het scheidsrechtersecretariaat een spelregelcursus georganiseerd. Deze cursus duurt meestal 3 avonden en wordt afgesloten met een examen. Hierna word je ingedeeld om onder begeleiding een of meer wedstrijden te fluiten, samen met een ervaren scheidsrechter.